September – Oktober 2010
Reisverslag
Het is zondag en na een JJ Bushcraft ‘Vader & Zoon’ cursus vertrek ik direct door richting Zweden. Met de (ver)lease auto onder de kont en over nat geregend asfalt passeer ik de Duitse grens, op weg naar de tolbruggen die Denemarken en Zweden verbinden.
Een Nederlands kenteken dat door Duitsland richting Scandinavie rijdt is blijkbaar verdacht genoeg om een een kleine inspectie van de ‘Zollbeamten’ te krijgen. Bijl en messen leveren geen probleem op. Gelukkig kijken ze niet naar de drie flessen sterke drank die ik mee heb genomen voor Preben, Gary en Johan. En wiet was niet aanwezig, dus ook niet te vinden en ik kon vlekkeloos doorrijden.
Na een goeie 1600 kilometer kom ik onaangekondigd bij Preben Mortensen’s Nordmarken Kanotcenter aan. Hij herkent me direct en na koffie en bijkletsen slaap ik de eerste nacht in de Guide’s Cabin.
De dag erop regel ik alle kano benodigdheden en vertrek ik, in eerste instantie voor een week tot tien dagen peddelen via een door Preben en Gun aanbevolen route. Als het weer het toelaat, bel ik naar het Kano centrum om de rest van de route door te geven. Zo hoeven er geen onnodige zoekacties te worden gestart in de onvoorspelbare September maand.
De eerste dag, in goede traditie, volgt een ‘Hudson Bay start’ en ik sla het kamp op bij ‘Craggy Island’ om Weiss herinneringen op te halen en in het juiste ritme te komen. Hier blijkt een Dano compleet te zijn afgebrandt. Weggesprongen vonken van een verkeerd kampvuur waarbij gelukkig geen slachtoffers zijn gevallen laten een triest, zwart geblakerd tafereel achter.
Als self-test heb ik alleen de beschikking over mijn tomahawk. Geen multitool, zaag of vaststaand mes. En om nog onbekende redenen heb ik in een vlaag van verstandsverbijstering besloten deze tocht op de grond en mijn Exped 7 Downmat door te brengen. De omgeving is verder verlaten van mensen. Ik schijn de laatste bezoeker van het seizoen te zijn.
Zo peddel ik rustig voort die eerste dagen, terwijl ik met volle teugen geniet. Ik besluit mezelf eens verder te testen. Een dag (24 uur) geen eten, geen vuur en dus alleen koud water. Geen snoepjes, koude chocolademelk of wat dan ook. En aangezien ik alleen ben, dus ook 24 uur geen sociale contacten. De telefoon staat uit.
Intens, zeker als het het weer slechter wordt, de wind neemt toe en het begint te regenen, bijna Oud Hollandsch…
Na verloop van tijd ben ik het zat en ik check via de telefoon de tijd. Het was al 36 uur in mijn experiment en ik vond het welletjes. Op de houtstapel nabij een Dano liggen enkele mooie berkenstammetjes die ik met de tomahawk tegemoet treedt. Klap 1 … buzzzzzzz. Huh? Klap 2 … buzzzzzzzzzzzzzzz klinkt het iets nijdiger. Oke, ‘I get the message’ en ik laat de stapel met rust, ik heb geen zin in een zwerm wespen of bijen.
Even verder vind ik genoeg ander hout en na een gedegen voorbereiding komt daar dan, in de stromende regen, het eerste vuurtje sinds anderhalve dag. Heerlijk! Meer voorbereiding voor het volgende vuur en uiteraard om dit vuur gaande te houden maak ik een risotto achtige schotel.
Warm, droog, voldaan en mijmerend val ik in slaap terwijl het stormachtiger en stormachtiger wordt. De volgende ochtend is het nog niet opgeklaard en, alle veiligheid in ogenschouw nemend bel ik naar Preben. Hij vertelt me dat dit soort stormen meestal drie dagen duren. Ik zit dus ‘opgesloten’ op het eiland en inderdaad, na drie dagen neemt de wind af. Volgens de weersvoorspelling die ik van Preben had door gekregen werd het 1 dag redelijk en daarna ging het weer bergafwaarts. Ik besluit mijn kans te nemen en lever een gevecht met de tegenwind om aan de veilige en juiste kant van het meer te komen.
Midden op het meer hoor ik het verhaal over het schilderij dat de laatste woorden van General Custer uitbeeldt en schiet onbedaarlijk in de lach. Als iemand dit zou zien, denk ik dat ze met dwangbuizen kwamen aangevaren. Moe en veilig zoek ik langzaam een afgelegen Dano op om te overnachten, wassen, vissen en genieten. Nog steeds geen mens gezien.
Mmmm ik overdenk de plannen voor de laatste anderhalve week. Ga ik peddelen, met om en om een dag goed en dan slecht weer of ga ik ‘makkie an’ doen en de Guide’s Cabin gebruiken als basecamp voor dagtochten richting Glaskogen. Uiteindelijk kies ik voor het laatste.
In Glaskogen huizen nog wolven die we horen huilen, een fantastische gewaarwording zo in de avond. Overdag kan ik hun sporen volgen maar ik krijg de illustere bosbewoners niet te zien. Wel laat ik een vrouwtjes eland schrikken op een meter of 15 en zij mij ook tijdens een wandeling.
In de vroege ochtend kom ik slaperig uit de Guides Cabin om mijn territorium tegen de dichtsbijzijnde boom af te bakenen en ik zie uit mijn ooghoek een grote bruine gestalte. Ik sta stil en bewonder een vrouwtjes eland met kalf dat langzaam richting ‘moeke’ kuiert. Ik trek op een gegeven moment de stoute schoenen aan, in dit geval waren het mijn Crocs en sluip dichterbij. Twee, drie passen en stilstaan. De koe kijkt op. Stil blijven staan en de koe eet verder. Twee, drie passen en dit tafereel herhaal zich enkele keren. Er komt nog een koe met kalf bij en ik weet tot op ongeveer 20-25 meter te komen. Dan laat ook een jonge stier zich zien. Ze slenteren het bos in en met een glimlach die niet van mijn gezicht is af te slaan keer ik terug om mijn ontbijt klaar te maken.
Ter afwisseling van de natuurbelevingen helpen we Gary bij zijn huis met wat klusjes, eten, drinken en kletsen Gary, Preben en ik wat bij. Na een goedbestede vakantie rij ik ongeschoren terug richting Nederland. Ik stop nog even bij Johan & Dee, om ook hier bij te kletsen, te eten en drinken alvorens ik op een zondagavond om een uur of half tien weer veilig in Wateringen aankom.
Recent Comments