Return to Gonewalkabout 2003

Guatemala 1

Zondag 08 Mei – Donderdag 28 Juli 2005

Foto’s Tussenstop Schiphol

Foto’s Guatemala 1

Vorig reisverslag: Thailand 4

Volgend reisverslag: Honduras

Reisverslag

Ik vloog van Bangkok naar, geloof het of niet, Amsterdam. Ik had bepaalde mensen hiervan op de hoogte gesteld en ik ontmoette dan ook mijn moeder, een broer en een schoonzus tijdens het wachten tussen de vluchten.

En op mijn vlucht naar Mexico city had ik enorme mazzel. Ik zat, net als enkele anderen, business class. Ja de KLM had plaatsen over op die vlucht… heerlijk….

Mijn eerste idee was om op het vliegveld van Mexico city te overnachten, als rasechte zuinige Hollander. Maar al het reizen, de bus van Krabi naar Bangkok, de vlucht Bangkok – Amsterdam en daarna naar Mexico ciudad en het tijdverschil van een uur of 11, brak me genoeg op om toch een hotelletje op te zoeken.

No problemos! De dag erop, ook zonder prolemen, naar Guatemala stad gevlogen en daar overnacht. Geen tijd verspilt in de stad, aangezien ik eerst een beetje Spaans wilde leren voordat ik Centraal Amerika onveilig ging maken.

Dat betekende dus wel weer, na een nacht half tukken, een 4,5 uur bussen naar Quatzaltenango. Gelukkig breekt een ieder zijn tong over die naam en noemt iedereen het gewoon Xela (Ksjee-la).

Daar aangekomen werd ik opgepikt door “director Don Julio” van mijn school waar ik Spaans zou gaan leren. Dit had ik allemaal al via internet geregeld. Een fluitje van 10 Quetzal centavos (1 euro cent ongeveer).

Hij belde Karina, bij wiens familie ik in huis zou verblijven. Een gast gezin met 4 vrouwen was mijn deel. Erg gastvrij werd ik ontvangen. En alles in het Spaans. Alleen Don Julio sprak die eerste dag Engels.

Ik koos ervoor om 5 uur in de middag te studeren. Dus om 14.00 beginnen en om 19.00 klaar. Dan werd ik niet afgeleid door andere studenten (max 15 maar er waren er 11 in de ochtend) en kon ik nog genieten van het weer, de stad (behoorlijk smerig), de mensen (fantastisch) etc. In de middag regende het op z’n Hollands/Thais.

De eerste week had ik voor het eerst behoorlijk last van een jetlag en het vele reizen. Na het avond eten stortte ik uitgeput in bed. Een gezond resultaat… de eerste week geen alcohol gedronken. Schrik niet… het is inmiddelsredelijk ingehaald. De markt op een zaterdag ochtend in Totonicapan, zo’n anderhalf uur met de ‘chicken bus’, werd met een bezoekje vereerd. De enige andere falang… eeh gringo heet dat hier was een gozer die in de ochten op dezelfde school studeerde. Zowel in de bus als in het stadje.

Ik kon me echter niet zetten om op een zondag om 6 uur in den ochtend naar Huehuetenango gaan en de ruines te bezoeken. Dat komt een ander weekend wel. Het was tijd om mijn gemiste cervezas in te halen. Een uitgebreide biertest volgde dus onder het lezen van El Señor des Anillos, Los Dos Torres (Lord of the Rings, The Two Towers).

Chicken bus? Ja volgepropt met mensen en boodschappen, waaronder kippen… Een afgedankte Amerikaanse schoolbus die in Europa nooit door een keuring heen zou komen. Twee kleine kindertjes op een bankje… daar zijn die dingen voor gemaakt. Dus 3 volwassenen moet makkelijk kunnen. Soms zelfs nog met 1 a 2 kinderen erbij… heerlijk… ik ben weer op reis. Mijn eerste week zit erop.

Het is hier overigens KOUD, ik zie mijn adem verdampen buiten. Nou ja koud in vergelijking met mijn verblijf in Thailand dan. Voor de liefhebbers van onzinnige feiten: ik draag weer sokken en ondergoed. En de douche is OF koud, er staan nog net geen ijspegels in mijn hoofd en rug OF het is zo heet dat je bijna een bakkie thee/koffie er van kan maken…..

Op de plaatselijke markt heb ik maar een jas gekocht want die had ik in een auto van een vriend in Thailand laten liggen.

Ergens midden in de nacht schrik ik wakker… het huis trilt wat… is het geen tsunami, dan zit ik wel midden in een aardschok. Gelukkig was de orkaan waarschuwing die week al afgezwakt. En dan heb ik nog niet verteld van de as die in die week op mijn schouder neerdaalde. Nee geen extreme vorm van roos… dit was van de Santiaguita vulkaan. Heel actief hoopje aarde in de buurt.

Ja de natuur is leuk maar je moet er wel wat bij te zuipen hebben om er mee te leren leven. Eigenlijk alleen in het weekend tijd voor ‘avonturen a la Joop’. Deze keer een vulkaantje beklimmen, 3722 mtr.

Nou had ik als laaglander geen last van hoogteziekte toen ik Gunung Kinabalu op Borneo (Malaysia) beklom (4000 nog iets) maar nu was ik toch behoorlijk het klos.

Om 04.30 (!!) in de zaterdag (!!!)ochtend opgestaan en met een groepje van school, zeg maar een schoolreisje :-), de beklimming begonnen. Na 80% van de klim te hebben voltooid, stond ik te tollen, naar lucht te happen en moest na twee stapjes weer uitrusten.

Treurig en wijs besloot ik af te dalen en op een plateautje op de rest te wachten. Met mijn PSK (Personal Survival Kit, zie mijn Australische survival training) maakte ik een vuurtje en soepje. Daarna lag ik lekker uit de wind, dan weer in de wolken, dan weer in de zon, te wachten op de rest.

Zondag was het tijd om… shit HUISWERK te maken. Gelukkig wel in de kroeg. En toen ik Ajax-Groningen op tv zag hield de klok en het bijbehorende tijdsverschil met Olanda met tegen om ff te bellen. Dit weekend werd onder het genot van de noodzakelijke hoeveelheid en verscheidenheid aan cerveza afgesloten om de derde week eens in de ochtend te gaan studeren.

Gevaar hiervan was dat ik wellicht in de middag zo af en toe eens een Gallo, Sol, Cabro, Dorada of een ander merk de keel liet smeren. Dat viel echter mee. Wel in die week van ´Bowling for Columbine´ van Michael Moore kunnen genieten. Ook zijn boeken kan ik aanraden om te lachen en te huilen eigenlijk… ´Stupid White Men´ en ´Dude, where is my country?´ bijvoorbeeld.

Ook werk ik wat verder aan mijn business plannen qua duikelarij.

Een bezoek aan de natuurlijke hete baden van Agua Amargas brachten bijna vellen op mijn goddelijke lichaam. Ik zal niet meer klagen over een warme douche. Dit door de vulkaan verwarm water was zo heeeeeet… dat kan nooit door de vereniging van internationale douchekop fabrikanten heen. Het bezoekje met enkele andere studenten en de maestros (leraren) aan de markt van San Fransisco El Alto was aardig. Niet zo leuk als de markt inTotonicapan omdat er wat meer toeristen waren.

Het bezoek op wederom een achterlijk vroege zaterdag aan de ruines rond Huehuetenango was wel weer met slechts 1 andere gringa. Drie uur heen in de chickenbus en twee en half ur terug. Alleen kerken bezoeken hoeft van mij niet zo nodig. Het geloof is wel aardig, alleen de uitvoering is wat rot denk ik zo…. Maar dat is moeilijk aan het verstand te brengen bij al die ge brainwashte katholieken hier. Zelfs in mijn vloeibare Español.

Na de ruines is het tijd om, uiteraard wat te drinken. Echter het is de wedstrijd voor de WK uitschakeling: Guatemala – Mexico. Nou dat was te triest voor worden. Wel leuk om het sfeertje hier mee te maken….niet alleen door de plaatselijke Shakira´s zeg maar en de hoeveelheid cerveza eeh bier….

Mijn laatste week is zo’n beetje het begin van het hoogseizoen “USA gaat proberen Spaans te leren”. Ik zie te veel mislukte Catweazles, wannabe hippies en Bob/Bobina Marleys. De hoogste tijd om te verkassen.

Voordat het zo ver is, verplicht ik mezelf tot het bezoeken aan een tentoonstelling gewijd aan de discriminatie van de Maya en andere groepen in Guatemala. Ja als het om commercie gaat is de Maya handel. Verder worden ze, om maar eens te generaliseren, als derde rangs burgers behandelt.

Ook voor mijn laatste van mijn 3 examens Spaans slaag ik glansrijk en na een workshop over de Maya cultuur, sluit ik met Tiffany de avond af in enkele kroegen. Zij wilde erg graag dansen en of ik haar zeg maar naar binnen wilde begeleiden…een discotheek/kroeg waar echt HELEMAAL NIEMAND zit….nou het duurde dus niet lang of ook wij waren daar weg.

Ik vertrek naar Lago Atitlan om daar eens een duikje te maken. En ik wordt me daar overvallen door de Centraal Amerikaanse Spetterpoep in combinatie met een volledig vometerend bezoek aan het toilet, dat zich om het halfuur herhaalt. Niet duiken dus. Na wat rust besluit ik deze omgeving met teveel Engels sprekenden te verruilen voor een 3 daagse (chicken)busreis naar Coban.

Om de Lonely Planet, Rough Guide en andere reisgidsen aanhalende ‘reizigers’ te ontlopen ging ik op zoek naar zogenaamd minder populaire plekken. Via HueHue (Huehuetenango) naar Coban, ‘the hard way’. Het zou 3 dagen reizen moeten zijn. Niet door de afstand maar door de slechte wegen en de, laten we zeggen, niet optimale verbindingen.

Niets bleek minder waar. Ok, het was afzien, er was geen andere gringo in zicht, de bus zat ouderwets vol, de weg bestond eigenlijk niet maar de verbindingen waren redelijk. Dus nadat ik om 06.00 in den ochtend vanuit Huehue vertrok, kwam ik na een bilspier samentrekkende reis, om 17.00 aan in Coban. Waarom nou dat samentrekken… nou die ochtend was een bus, die over die zelfde weg ging (geen andere mogelijkheid), overvallen.

Iedereen stopte het merendeel van zijn geld in zijn sokken/beha. Horloges en telefoons werden weggestopt in een aftands tasje. Shit…. dat heb ik weer… als enige gringo was dit natuurlijk kaassie voor die moderne Robin Hooden. Elke keer als de bus abrubt stopte, bleek dit gelukkig te zijn om van het ene gebrekkige deel van de weg, naar het andere niet veel minder gebrekkige deel te gaan.

Oeps daar komt een vrachtwagen aan, dus achteruit langs dat paadje, ja dat gaat best, je stort niet zomaar dat ravijn in……

Waarom nou allemaal die moeite… nou de uitzichten waren, zoals beloofd, schitterend. Foto’s nemen met de dreiging van de Guatemalteekse Daltons leek mij geen goed idee en ik denk ook niet dat dat gehobbel veel had geholpen voor mooie plaatjes. Ik zou ongetwijfeld dat gebarste raam er goed op krijgen maar de rest niet.

In Coban bezoek ik een Maya museum, maak wat contact met de locales en oefen zo mijn Spaans. Na enkele dagen in de ‘stad’ is het wel weer tijd om eens de jungle op te zoeken. Met een Q’eqchi’ Maya als gids 3 dagen genoten van Chicacnab en het omliggende cloud forest. Genoeg Quetzal geluiden maar het illustere vogeltje laat zich niet zien.

Na de bus stappen we achter in een vrachtwagen. De Maya passagiers zijn niet erg open en mijn pogingen tot het voeren van een gesprek zijn niet echt succesvol, waarschijnlijk doordat de meesten geen Spaans spreken. De Maya’s spreken hun eigen taal (talen).

Na de tocht met de vrachtwagen zouden we een uur of twee moeten lopen naar het huis van mijn gids. We klaarden het klusje echter in een uur. De tocht zelf was al een excursie waard, net als de trip met de vrachtwagen. In mijn gastgezin sprak alleen mijn gids Spaans, er was geen electriciteit, koken op het houtvuur in de houten hut met lemen vloer. Kortom back to the basics.

Behalve het woud bezochten we ook de lokale school voor het volgen van een les in Q’eqchi’ met de volwassenen (lezen en schrijven) en voetbalde dit Nederlandse talent (hum) wat met de schare kids die toegesneld kwam. Het Nederlands elftal staat bekend als La Machina Naranja (De Oranje Machine) en gelukkig kon ik hier als Neerlands Hoop in Bange dagen zegevieren. Hetgeen meer zegt over de kwaliteit van het voetbal in Guatemala ben ik bang.

De stortregen elke dag, van laten we zeggen 17.00 tot 04.00 en de bagger die bijgevolg aan mijn schoenen en de onderkant van mijn broekspijpen kwam te zitten, konden de pret niet drukken.

Na drie dagen keerde ik achterin de vrachtwagen terug naar Coban om de wasserette te verblijden met een bezoekje. Geloof dat ik wat vlooien (nee niet de bijnaam van…) of ander ongedierte heb opgepikt tijdens mijn bezoekje. Ach het was het waard, alleen nu meur ik dus wel naar de insecten verdelgingsspray hetgeen mijn kansen met die knappe rechtenstudente hier niet vergroten.

Ik besluit dat het tijd is om weer wat Spaans bij te spijkeren. Een week Spaans in Semuc Champey. Nou het leren ging voornamelijk over het vergroten van mijn woordenschat en oefenen en dus gecorrigeerd worden want de grammatica was er eigenlijk allemaal al. Semuc Champey zelf is een schitterend park. Een natuurlijke brug. De rivier verdwijnt met veel geweld op een punt in de grond en komt een meter of 300(?) verder als een fontein weer naar buiten spuiten.

Nee, dit zou een iets te grof stroom/grotduikje zijn en ik had geen zin om de andere 3 dooien na te doen die reeds getracht hadden de rivier ondergronds te volgen.

Het muggen en andere bijtende insectenleven doet zich in de tussentijd tegoed aan mijn lichaam. Door mijn nagels in de muggenbulten te drukken lijkt mijn been al rap op een slagveld van boter-kaas en eieren.

Ik lees wat boeken, lul bijna de hele dag Spaans en maak in mijn hangmat de nodige aantekeningen voor mijn business plannen. Zo af en toe is het wat drukker in het nieuwe hostel en speel ik voor tolk, barman en ik geef wat basis Engelse les.

Met Charlie ga ik met de pick up water halen uit de rivier. Een groot watervat achterin de auto, een pomp en gaan. Helaas verloren we de deksel bijna op de terugweg. Het water klotste uit de brede opening. Als geslaagde imitatie van “The Dukes of Hazard”, klim ik door het raam van de rijdende auto. Al knotsend over het bergpad klauter ik in de laadbak en grijp de deksel om die met de hand op het vat te houden. Zo komen we terug en is weer een dag bijna tot einde.

Ware het niet dat het locale alcoholische drankje uitgeprobeerd moest worden, Boj. Voor de duidelijkheid, Boj spreek je uit als Bog in het Spaans. Nou het leek inderdaad op BoCHT.

Ik heb een glas naar binnen gekregen. Matteo(2) en Benji wisten er echter wel raad mee. En als barman werd ik al snel de “eigenaar” van de Boj brouwerij. Boj werd al heel rap “Bojweiser” en zo lulden we slap verder.

Uiteindelijk verlaat ik na DRIE weken deze heerlijke plek.Ik tik me weer het leplazerus voor 3 dagen en ik verlaat Coban, Snip & Snap verkouden.

De verkoudheid is in Rio Dulce echter van korte duur. Het is hier ouderwets warm. Ik verblijf tussen de tropische muggen, rijd wat paard, peddel als een volleerde “native” in een cayuco (uitgeholde boomstam) en begin met mijn nieuwe ambitieuze vertaal project.

Ik wil al mijn reisverslagen ook beschikbaar stellen in het Spaans. Dus ik kan nog ff vooruit met oefenen. En dan zitten 3 maanden Guatemala er al weer op. Op naar Copan om mijn avonturen in Honduras te vervolgen.

Vorig reis verslag: Thailand 4

Volgend reis verslag: Honduras