Return to Gonewalkabout 2003

Honduras

Vrijdag 29 Juli – Maandag 29 Augustus 2005

Foto’s Honduras

Vorig reisverslag: Guatemala 1

Volgend reisverslag: Belize

Reisverslag

Na een keer of 3-4 overstappen in divers dubieus vervoer en wederom een stempeltje in de verzameling papier die paspoort heet, kom ik aan in het zoveelste land, Honduras.

Door vroeg op te staan, weet ik me, met 4 andere bezoekers, alleen te wanen tussen de ruines van Copan. Ik spendeer enkele uren hier, genietend van de Maya historie en cultuur. Ik maak een wandeling over het Nature trail, waar ik die dag blijkbaar als eerste ben. In elk geval op de hoogte van mijn hoofd, want er wikkelen zich de nodige spinnewebben om mijn hoofd en hoed.

Op het moment dat ik het park wil verlaten zie ik een horde losgelaten toeristen op de ingang afkomen. Perfecte timing dus om deze bus-kudde te ontlopen in het park. Het plaatsje Copan Ruines zelf verrast me in positieve zin. Een heerlijk atmosfeertje voor een toeristen trekpleister.

Ik kom alleen tot de ontdekking dat de kop van mijn afwasborstel is verdwenen. De afwasborstel die mij al vele kilometers vergezelde is gesneuveld. Droevig hangt het steeltje met Scooby Doo aan mijn rugzak. Dus geen raar geinspireerde gesprekken meer met die dwaze reiziger met een afwasborstel aan zijn rugzak.

Ik besluit om er, als soort reincarnatie, een “kerfstok” van te maken. Dus ik kerf voorzichtig de bezochte landen, vrienden en familie etc. erin. Na Copan, vertrek ik naar La Ceiba om mijn jungle expeditie naar La Moskitia voor te bereiden.

La Moskitia is de naam van een indianen stam en duid niet noodzakelijk op de daar aanwezige hoeveelheid gevleugelde bloedzuigers. La Moskitia is verder een schitterend gebied, dat gedeeltelijk in Nicaragua en gedeeltelijk in Honduras ligt.

De touroperators? Laten we zachtjes zeggen dat ik daar niet echt over te spreken ben, dus ik besluit om met mijn originele plan van de moderne Stanely & Livingstone door te gaan. De logistieke uitdaging werd voornamelijk bepaald door de tijd en de ambtenaren in de diverse banken waar ik mijn Traveler’s Cheques moest wisselen.

In de tussentijd, verblijf ik in Hotel Amsterdam, waar een ouwe, gezellig mopperende baas uit Delft de baas is. Na een niet gecommuniceerde vertraging van bijna 2 uur, vertrekt mijn vlucht uiteindelijk van La Ceiba naar Brus Laguna. (Geen wegen!)

Na een veilige landing op het veredelde grasveld is het een hol-knots-begonia weg met een aftandse schoolbus naar het aan een lagune gelegen gehucht. Vandaar stap ik in een gemotoriseerde uitgeholde grote boomstam om na een uur of 5 op de Rio Platano aan te komen in het dorpje Las Marias. Platano is een soort banaan en een overdadig bestanddeel van de maaltijden de komende dagen. Rijst, bonen en platano’s.

Tijdens die 5 uur werden we verwelkomd door de regengoden die een hele hoop water op ons neer lieten dalen. Meer dan genoeg om mijn twee waterflessen te vullen. In het dorp is geen stroom, discotheek, alcohol etc. Het ligt in “the middle of nowhere”. Midden in het Bioreservaat Rio Platano.

Fantastisch dus. Helaas is er in het dorp wel het nodige plastic afval te vinden, hetgeen bij mij de angst op doet komen dat ik die zelfde vervuiling ook in het Amazone achtige oerwoud tegen ga komen.

Elke tocht MOET vergezeld gaan van een gids. Dit om het eco toerisme, waarvan het geld ook daadwerkelijk naar de mensen in het dorp gaat en niet naar de zakkenvullers van reisorganisatoren, te bevorderen. Zo zien de bewoners de waarde van hun omgeving op de lange termijn.

Ik maak een tocht naar de Petroglyphos over de rivier in een cayuco. Een deel wordt te voet afgelegd, waar mijn gids (Ofracio) me een goeie uitleg geeft van de plaatselijke flora en fauna en het doel waar de Pech & Moskitia Indianen deze voor gebruikten.

Gelukkig konden bijna alle bladeren als wc papier gebruikt worden. We stuitten op sporen van een tapir maar krijgen het beest zelf niet te zien. Een slangetje steekt de rivier over, diverse hagedissen verdwijnen ristelend tussen de op de grond liggende bladeren en vogels die ik niet kan benoemen (of de naam kan herinneren) laten zich zien en verdwijnen luid krijsend of juist met stille vleugelslagen.

Mijn gidsen werken met volle kracht om de cayuco tegen de stroom in te bewegen. Nou heb ik wel eerder in dit soort vaartuigen gezeten maar ik had nooit het idee dat die geschikt zijn om te wild water kayaken. En toch is dat de enige manier om terug te komen…. slik… als mijn camera maar droog blijft…. ik vind verder alles best.

Met veel kunst en vliegwerk van mijn gidsen weten we zonder om te slaan of erg veel water te maken door de stroom versnellingen heen te komen. Terug in het dorp, doe ik, gelijk de locals, staand in de rivier mijn was. Ik weet alle bagger uit mijn schoenen en kleren te krijgen. Schoon genoeg voor de volgende 3 daagse trip naar Pico Dama.

Mijn gidsen vertelden me dat het een uur of twee met de cayuco was en daarna een uur of 4 lopen naar het basiskamp. En alle beschrijvingen spraken van een loodzware tocht.

En ja het was zwaar. Afzien. Met je rugzak op leek je soms wel 90 graden omhoog te moeten lopen. Terwijl ik naar adem aan het snakken was, verklaart Elias, de hoofgids van deze tocht, dat we een kleine pauze inlassen. Graag, ja fijn, bedankt.

Na op adem gekomen te zijn, gaan we verder. We hebben immers nog een 2 uur te gaan. Wonder boven wonder, alsof we door de tijd reizen, komen we na een half uur aan in het basiskamp.

Mooi eerst WC bladeren plukken en als ik terugkom pruttelt de koffie op het kampvuur. Daarna uiteraard eten. Ik hul me in mijn Maleisische sarong, installeer mijn hangmat en rust wat. Ja mijn hangmat is toch echt comfortabeler dan die houten planken. En ik heb gelijk mijn klamboe.

Brulapen, bospauwen, slangetjes en hagedissen laten zich in deze bijna ongerepte jungle zien. En, HEEL belangrijk: GEEN afval! Rene (een van de andere twee gidsen) hoort iets en meldt me dat er een miereneter in de buurt is. Ik spring in mijn schoenen en volg hem met mijn wandelstok in de hand.

Dom, dom, dom. Ik was verder slechts gekleed in mijn sarong. De miereneter hoorde ons uiteraard aankomen en vluchtte. De mieren zelf uitaard niet en die deden zich dan ook tegoed aan mijn voeten en bloten benen. Nou weet ik waar die kreet van Tarzan vandaan kwam, ik gaf een redelijk succesvolle imitatie, al zeg ik het zelf.

De volgende ochtend sta ik om een uur vijf op en bespied de Monos de Buyos (Brulapen). Terwijl ik een nieuw vuurtje start en koffie zet staan mijn gidsen op en die fabriceren een volgend maal. Om een uur of 6 vertrekken we naar de uiteindelijke piek van de berg.  We klaren deze steile klim klus in twee uurtjes en niet in de gebruikelijke 4.

De heuvel lijkt te bestaan uit boomwortels met grond er tussen. Soms zak ik weg en lijk ik in het luchtledige te hangen met 1 been. Volgens mij was dit de tropische versie van Tolkien’s Ents.

We rusten bij de top wat en als we weg gaan verstoren we bijna een zwermpje “African Killer Bees”. Goh dan kun je heel snel een berg af hoor. Gelukkig hebben we ze of niet echt verstoord of waren het geen echte Killer Bees. Nou woeste wespen vind ik meer dan genoeg.

Tijdens de regenachtige terugweg worden we bij ons basiskamp verwelkomd door Spinapen en “Witkop apen” (sorry voor de vertaling… weet bij god niet hoe ze heten in het Nederlands/Engels).

We brengen nog een nacht door hier en vertrekken vroeg in de ochtend van de derde dag, na een mieren oorlog IN de hut. Ja de regen had blijkbaar twee groepen mieren iets te dicht bij elkaar gebracht en nu was er een regelrechte veldslag aan de gang waar wij als onschuldige mensjes tussenin zaten.

Een voorspoedige reis terug naar Las Marias, waar ik uiteraard mijn was weer doe en geniet van het rustieke bestaan in het dorpje. Na een tien dagen in de jungle vertrek ik naar Utila. Op dit beruchte duikers eilandje wil ik enkele dagen verblijven. Ik vertrek echter naar de Utila Cayes waar ik weinig tot geen last heb van de sandflies.

Op het duikvlak zie ik overal weer de nodige regels gebroken worden en prijs me gelukkig met een goeie buddy. Enkele leuke recreatieve wrak duikjes en vakantiedagen verder, besluit ik te vertrekken naar Belize.

Vorig reis verslag: Guatemala 11

Volgend reis verslag: Belize