Reisverslag
Zaterdag 8 januari was het zover. Na bijna 6 jaar keerde ik terug naar Thailand. Deels als verrassingsbezoek aan vrienden, deels om de tsunami ervaring van 2004 “een plekkie” te geven en deels als vakantie/marktonderzoek
De vlucht met Eva direct naar Bangkok verliep goed. Alleen al die andere vluchten die ook in Bangkok aankwamen zorgden ervoor dat ik denk ik anderhalf uur in de rij heb gestaan voor de tig paspoort controle hokjes.
Goed dat ik niet direct een losse vlucht had geboekt want dan was ik te laat geweest. Afijn, na de 13,1 kg bagage te hebben opgehaald (voortaan e-reader…!!!!) een vlucht naar Krabi geboekt. Die zou om 16:50 vertrekken.
Nog even de tijd om wat te eten. Niet de MacD of BurgerK in maar een lekkere Phad Thai Kai en uiteraard een Sing Lek Yen (Kouwe kleine Sing bier).
En dan heeft je vlucht vertraging, eerst een uurtje en dat wordt herhaald…. Ik slenter maar alvast naar gate B2-B4 waar we ergens zouden moeten boarden om 20.00. Het was net 18.00 dus nog niemand en ff een tukkie doen.
Om 19:40 schrik ik wakker. Nog steeds niemand! Ik check en we blijken ineens te boarden om 19:50 bij B6. Sprinten! Op tijd voor nog eens anderhalf uur vliegen. Eenmaal bij Krabi aangekomen de lokale bus ingedoken en even later gecrashed in een hostel. De douche onder en kijken wat er verandert is…. een hele hoop. En niet ten goede vind ik maar ja.
De eerste twee vrienden (ok vriendinnen) blijken te zijn verhuisd. Mai pen lai (Geen probleem). De dag erop zit ik een half uur in de song taew te wachten voordat ie vol genoeg is om naar Ban Kluong Muong te vertrekken.
Veel, veel, te veel 7/11 supermarktjes er bij gekomen in Krabi. Na een rit met veel aha erlebnissen qua tempels, road kills (voornamelijk slangen en een enkele kat) en verkeersgedrag kom ik aan in Krabi Sands.
Een luxe resort waar ik in 2003 een van de eerste gasten was. Tegenwoordig voor een iets ander bedrag per nacht neem ik voorlopig mijn vakantie intrek hier. De vrienden hier zijn aangenaam verrast en ik besluit dit als voorlopige uitvalsbasis te nemen om de rest op te gaan zoeken en te relaxen. Die zware zooi boeken hoeven immers niet mee terug.
Enkele dagen vul ik met het opzoeken van bekenden, lezen, eten, genieten van zonsondergangen en meer. Daarna is het tijd om de jungle in te trekken. Vanuit Ao Nang zou ik worden opgehaald om naar Khao Sok te gaan. Ergens tussen 9 en 9.30 werd me gezegd. Rubbertijd. Mai pen lai.
Alleen om 9.40 nog niets, dus eens voorzichtig geïnformeerd. No mister they are on the way. Ok, ik wacht nog even. En dit tafereel herhaalt zich enkele malen. Uiteindelijk stopt er om 10:45 een busje waar ik in stap. Verder helemaal niemand!
De chauffeur geeft zijn beste Schumacher impressie en binnen no time kan ik overstappen in een ander busje. Khao LAK …eeh.. ik moet naar Khao SOK. Yes mister, no problem. A bit later you change bus.
Ok, mai pen lai….
Deze chauffeur rijdt iets minder abnormaal en na 2 uur opgevouwen te hebben gezeten komen we bij een wegrestaurant aan waar ik overstap in een ander busje. Ja hoor ik anderen smoezen, we dachten al dat ie vanmorgen iemand miste maar dat was hij dus.
In Khao Sok aangekomen zoek ik een ‘resort’ op. Gewoon hut/kamer met verlichting, koud water en ventilator. Vandaar ga ik eens een gids opzoeken die kan wat ik wil zonder met anderen opgescheept te zitten. Dat lukt en we maken een mooie tocht. De eerste dag was enorm zwaar. Zo zwaar had ik het nog niet gehad. 4 uur stijl omhoog, 3 uur stijl naar beneden en 1 uur ‘makkie’ aan.
Eindelijk kwamen we bij een watervalletje waar de hangmat opgespannen kon worden. Dam (zo heet mijn gids) mag voor het vuur zorgen. Ik ben compleet naar de kl#te en ga even in mijn hangmatje liggen.
Na weer opgeknapt te zijn mislukt mijn poging tot het verrijken van het diner met vis. Dus houden we het bij rijst en noedels. Gekookt in bamboe.
Het enige kookgerei is een wok waar een lunch of ontbijtje in wordt gemaakt. Rijst, noedels, bananenhart, groenvoer waar ik de naam niet van weet niet vormen de hoofdmoot van de tocht.
Klauterend langs de waterval naar beneden, wadend door de rivier, soms tot aan je mik aan toe met rugzak balancerend op het hoofd tot we de laatste dag weer andere mensen in het vizier krijgen.
Zij maken een dagtochtje en kijken ons wat vreemd aan. Bepakt, bemodderd, nat, moe en voldaan wandelen we langzaam het National Park uit. Terug in het restaurantje behorend bij mijn hut gaan we pas echt tot survival over.
Een stroom storing in het gebied brengt de temperatuur van de ijskast inhoud in gevaar. Mijn bier, mijn bier, mijn bier… help. Bushcraft geen probleem maar het moet geen survival gaan worden
Na zelfs bier met ijsblokjes te hebben genuttigd blijken de goden me weer goed gezind en heeft de plaatselijke Thaise Eneco haar werk gedaan. Het dorp is weer voorzien van stroom. Pfffff…..
Nog 1 nachtje genieten van fluitende gibbons, cicades, kikkers en een tropisch buitje voordat ik naar Phuket moet om vandaar via Bangkok terug te keren in Nederland.
Een (te) korte trip waar de, voor mij, belangrijkste doelen zijn behaald.
Recent Comments