Return to Gonewalkabout 2003

Guatemala 2

Zaterdag 03 September – Vrijdag 28 Oktober 2005

Foto’s Guatemala 2

Vorig reisverslag: Belize

Reisverslag

In Flores regel ik mijn jungle tocht naar El Mirador. Ik blijf 1 nacht in het dorpje Carmelita. Na zonsondergang houdt het leven daar normaal gesproken even op. Helaas voor mij was er een prediker over de versterker het woord van god aan het verkondigen.

Nou de boodschap zelf ging nog maar kolere wat bracht de man het theatraal en vooral VALS. Je moet je maar voorstellen dat ik in zwaar beschonken toestand op een podium zou klimmen en dan ga zingen. Nou vermenigvuldig mijn zangkunst met 10, tel het acteertalent van de gemiddelde nederlandse soapster erbij op en je hebt de valsheid van de prediker. Je zou er in elk geval wel van gaan bidden… bidden dat die eindelijk z´n muil zou houden. En dat gebed werd niet echt rap verhoord.

Na vele uren van martelingen leek het stil te worden… en toen begonnen de varkens een teringherrie te maken een meter van mij af… fantastisch dus… NOT…. en toen die eindelijk uitgevochten waren.. tuurlijk … toen begonnen de hanen te kraaien.

Ik liep dus niet over van enthousiasme die morgen dat we vertrokken. Met mijn gids 6 dagen door het regenwoud banjeren. Gelukkig werden de spullen gedragen door een muildier, een mula in het Spaans, dus ik bombardeerde dat beest direct tot Mula Omar, hetgeen niet begrepen werd door mijn gids.

De trip was voor mij meer voor het lopen eigenlijk dan voor de enorme Maya tempels die er zijn, aangezien die eigenlijk allemaal nog bedekt liggen onder de aarde, bomen en stenen. De opgravingen zijn alleen aan de gang in het droge seizoen.

De eerste dag was ik na slechts een 3 uur compleet gesloopt. Niet 3 uur normaal lopen of beetje bergje op…. nee 3 uur bagger. Soms tot je enkels, soms tot je knieen, zelden zonder minder dan een centimeter of drie weg te zakken in de zuigende modder. Stoppen om uit te rusten was geen optie. Als je die vermetele gedachte uitprobeerde werd je geterroriseerd door de muggen die in onmenselijke hoeveelheden aanwezig waren.

We kwamen verse jaguar sporen tegen en een Barba Amarillo (zwaar giftige slang). Mijn schoenen wogen als dieplood en ik stortte neer toen we eenmaal in het kamp bij Florido aankwamen.

De volgende dag naar Nakbe was een pad met veel minder bagger, het was alleen 8 uur lopen in de klamme hitte. Ik voelde me een stuk beter dan de eerste dag, een weinig masochistisch vermoeid, voeten met blaren, zo bezweet dat je dat met moeite nog droog krijgt. De apen begroeten me door hen terrotorium gedrag te vertonen en ze gooien bebladerde takken, fruit, stront en dood hout ter grootte van een halve honkbalknuppel naar beneden.

De derde dag is slechts een drie uur lopen naar El Mirador, de enige site waar de opgravingen reeds zijn begonnen.

Schitterende vergezichten zijn mijn deel en ik probeer een slang die een kikker weet te verschalken vast te leggen met mijn digitale camera. We keren vroeg terug de vierde dag naar Nakbe en rusten wat uit. In 7 uur en 20 minuten lopen we de vijfde dag terug naar kamp Florido en ik maak me psychisch op voor de laatste etappe, weer 3 uur gruwelen door bagger en muggen.

Terwijl ik de eerste paar droge meters nog geniet van de ontwakende jungle, registreert mijn oog iets onder mijn voet die ik in de lucht laat bungelen. Als ik mijn linkervoet nu neerzet, sta ik bovenop die slang. Slik. Ik probeer daar doodstil te staan als een soort karate kid met zijn been in de lucht. Ik bestudeer die slang en ik denk dat het dezelfde soort is als die die kikker bij El Mirador verorberde. En die was niet giftig. Mijn gids is enkele meters achter me.

Ik waag het om me met mijn rechterbeen af te zetten en over de slang heen te springen. Tegelijkertijd besluit dat beest in tegenover gestelde richten weg te vluchten. Alex, mijn gids ziet de slang wegkronkelen en vraagt of alles ok is. Tuurlijk wel…pfff en met toch wel wat extra adrenaline pompend door het lichaam vervolgen we onze weg.

Met enkele nieuwe blaren en niet eens zo vermoeid kom ik aan in Carmelita, alwaar ik die middag in de laadbak van een pickup een rit terug heb naar Flores om de wasserette te verblijden met een bezoekje.

Ik had onderweg besloten om GEEN andere tocht te doen omdat ik op de paden teveel afval tegen kwam en dat meldde ik dan ook aan mijn gids en de cooperatie. Lege plastic en glazen flessen, blikjes, plastic verpakking, sigaretten peuken en pakjes en zelfs batterijen…. Nee dankje… ik boycot even, totdat jullie het gaan opruimen.

Ik internet en lees wat terwijl mijn schoenen drogen en mijn blaren zich in wat normalere proporties op mijn voeten vormen. Ik vereer Tikal met een bezoek en kom er wederom achter dat je niet tegen de zon in kunt fotograferen (ik niet in elk geval). Dus de schitterende uitzichten vanaf de tempels waar ik over het dak van de jungle uitkijk mislukken allen.

Ik besluit terug te keren naar Coban en Semuc Champey om daar wat te wandelen, vrienden te bezoeken etc. Dus ik sta op om 4.30 om de 5.30 bus naar Coban te nemen. Zegt die knakker me om 05.38 heel leuk dat er vandaag geen bus is. Hij weet ook niet waarom of doet geen moeite om mij dat mede te delen. Hij biedt wel aan om m´n geld terug te geven of mijn kaartje te veranderen voor morgen.

Okee… morgen dan maar. Goed dat ik geen haast heb. Dus de dag erop, donder ik wederom met de kippen van stok af en ja hoor… hetzelfde verhaal… geen bus. Er zijn blijkbaar blokkades tussen Coban en Santa Elena.

Ik besluit dan maar eerder naar Antigua te gaan, via Guatemala stad. Dit betekend wel een dag van bijna 13 uur bussen. En in Antigua geniet ik een beetje van het oude stadje, de westerse sfeer. Ik kom er achter dat mijn Spaans een licht Italiaans accent schijnt te hebben?

Het schiet me te binnen dat ik de vorige keer in Lago Atitlan (Het meer van Atitlan) zo ziek was dat ik niet kon duiken. Nou om gewoon weer een ervaring rijker te zijn, ga ik op weg naar Panajachel en maak een duikje vanuit Santa Cruz de Laguna.

Ach ja wat zal ik zeggen. Een ervaring ja, je handjes te kunnen steken in de warme vulkaan modder en verder leek het net eeh niets. Je schijnt op bepaalde plekken een ei te kunnen koken… nee dank je, ik geloof het best, daar steek ik mijn handen niet in.

En heel snel ga ik dan weer terug naar Antigua om wat te gaan lopen in de bergen rondom. Aanhoudende regens doen dat plan, zeg maar in het water vallen. Ach een boek en een hangmat zijn ook leuk.

Het is tijd om weer wat nuttigs te gaan doen, dus ik besluit me richting Monterrico te begeven om daar als vrijwilliger met de schildpadden en andere reptielen aan de slag te gaan.

Ik had al verteld toch van de aanhoudende regens? Nou dat bleef maar doorgaan. Met overstromingen in het gebied tot gevolg. Het vrijwilligerswerk ging dus niet door. Veel mensen vertrokken uit hun huizen, het water steeg en bleef stijgen, een meter of 4.

Na een week weet ik te ‘ontsnappen’ per lancha (boot). Aangekomen bij een plek langs de weg waar het water ophoudt staan voedseltrucks rantsoenen uit te delen. Via minibus en 2 chickenbussen kom ik terug in Antigua. Hier valt het mee. De regen en modderverschuivingen hebben de nodige schade aangericht in het toch al arme land. Op het internet lees ik over de aardbeving in Pakistan en ik heb moeite mijn ogen droog te houden. Ik ontspring ook hier de dans weer zonder schade. Vele arme stakkers niet.

Doordeweeks werk ik met vele andere vrijwilligers in het dorpje San Isidrio.

Eerst zakken vullen. Met zand en modder dus. En vervolgens zetten we een ‘dijk’ van een prestatie neer met z’n allen. Op diverse plekken bouwen we nieuwe dammen, verstevigen oudere stukken etc. Fysiek zwaar werk, vaak staand in de rivier tot aan je middel. Ome Joop’s lied “Zandzakken voor de deur” kennen ze hier niet, evenmin als de dubbelzinnige opmerking van “zakken vullen”. Gelukkig hebben we, dus ook de locals, het gevoel voor humor verder niet verloren in de modderstroom.

De huizen en straten worden leeggeschept met de hand en met enkele graafmachines etc. Na enkele dagen kan een graafmachine de rivier bedding die we hadden droog gelegd, weer van de modder ontdoen. Daarna kan de rivier weer haar originele weg vervolgen.

Uitgeput en voldaan kom ik ‘s avonds terug in Antigua. In de weekenden geef ik mijn lichaam wat rust en laat de blaren en kleine wondjes op mijn handen wat helen.

Verder werk ik veel aan mijn websites en slurf een hoog op het internet. Ik keer stiekem terug naar Nederland en wil de meeste mensen daarmee verrassen. Mijn vluchten zijn verzet, dus ik moet “mijn tijd uitzitten”. Dat klinkt wat vreemd. Zodra het besluit om terug te gaan is genomen, dan kun je eigenlijk niet meer wachten. Net als het besluit om te gaan… je popelt van verlangen…. tot gauw dus!?!

Vorig reis verslag: Belize